Onderwerp: Leesonderwijs / leesproblemen / dyslexie
Dyslexieprotocol
Er is een landelijk dyslexieprotocol dat we als school hanteren. Dit houdt in dat we kinderen vanaf groep 1 volgen in hun leesontwikkeling. De leerkracht van groep 1 t/m 4 registreren deze ontwikkelingen volgens de richtlijnen van dit protocol.
Voorbeeld:
We nemen de Herfstsignalering in groep 3 af na ongeveer 9 weken leesonderwijs. Dan worden de toetsen afgenomen om te bekijken of de leesontwikkeling van de kinderen naar wens verloopt. De extra hulp die naar aanleiding van de toetsen volgens het protocol wenselijk zijn, passen we toe. Zo is er ook een wintersignalering en een einde jaarsignalering.
Buiten het dyslexieprotocol:
Opsporen van problemen en begeleiding
Daarnaast wordt er op school op onderstaande wijze aandacht besteed aan het tijdig opsporen, voorkomen en verhelpen van leesproblemen.
- In de kleutergroepen worden alle kleuters gescreend door de logopediste. Zij achterhaalt of er kinderen zijn met een logopedische afwijking of een taalachterstand. Een taalachterstand KAN leesproblemen veroorzaken. Als dit het geval is wordt hieraan door zowel de logopediste als de leerkracht vanaf groep 1 aandacht besteed. De bevindingen van de logopediste worden genoteerd op het groepsoverzicht en een plan voor het betreffende kind. Leerkrachten in de latere groepen weten zo welke hulp het kind in de kleutergroepen heeft gekregen en kunnen hierop verder borduren.
- We hebben in de afgelopen 2 jaar schoolbreed ons woordenschatonderwijs op een hoger plan getild, omdat we weten dat een grote woordenschat het aanvankelijk leesonderwijs ondersteunt.
- Alle vorderingen vanaf groep 1 worden 3 keer per jaar door onze coördinatoren leerlingenzorg bekeken en besproken met de leerkrachten. Waar extra hulp nodig is, in of buiten de klas, zoeken ze samen naar mogelijke oplossingen.
- Beide coördinatoren leerlingenzorg zijn opgeleid om dyslexie te onderkennen en leerkrachten te begeleiden. De coördinatoren leerlingenzorg krijgen hierbij, waar wenselijk, ondersteuning van de Onderwijs Begeleidings Dienst (BCO). Er is 5 keer per jaar overleg met het BCO op onze school.
- Extra hulp binnen of buiten de groepen kan door zowel de coördinatoren leerlingenzorg, de directeur, de logopediste als stagiaires worden verzorgd. Op de eerste plaats wordt de extra begeleiding uitgevoerd door de groepsleerkracht.
Kinderen met een vermoeden van dyslexie
Als een kind 3 x achtereenvolgens een E scoort op de Cito leestoets (DMT), kan het kind in aanmerking komen voor begeleiding via de zorgverzekeraar.
Hoe gaan wij hiermee om:
- Bij de tweede opeenvolgende E past de leerkracht extra leeshulp toe.
- Bij de derde opeenvolgende E start de leerkracht samen met de coördinator leerlingenzorg een handelingsplan op om systematisch aan het leesprobleem te werken.
- Pas als er een half jaar met een handelingsplan gewerkt is en de resultaten achter blijven, kunnen we een aanvraag voor een dyslexieverklaring opstarten (door ouders in overleg met school). Dit kan leiden tot de begeleiding door een specialist met vergoeding door de zorgverzekeraar*.
- Als er een aanvraag bij de zorgverzekeraar is geplaatst, mag onze logopediste een half jaar tot maximaal 9 maanden leesbegeleiding voor het betreffende kind verzorgen. Dit betekent dat ze 1 à 2 keer per week met het kind(eren) aan de slag gaat.
Vanaf het moment dat kinderen dreigen uit te vallen en/of extra begeleiding krijgen gaan we hierover in gesprek met de ouders. We waarderen het als ouders hun zorgen tijdig met ons (leerkracht, coördinator leerlingenzorg, directeur) delen.
Aanpassingen voor kinderen met dyslexie
- De leerkracht streept (indien wenselijk samen met het kind) in de hoeveelheid werk.
- Preteaching (kinderen worden voorbereid op uitgebreide, lastige leestaken, denk hierbij aan begrijpend lezen, zaakvakken).
- Meer tijd om toetsen te maken.
- Toetsen worden voorgelezen.
- De coördinator leerlingenzorg begeleidt kinderen die uitbehandeld zijn via de zorgverzekeraar wekelijks.
- Leerlingen van groep 8 worden, in overleg met het kind en de ouders, voorbereid op het werken met Sprinto plus of Kurzweil. Met deze programma's wordt gewerkt in het voortgezet onderwijs.
*De behandeling mag, onder schooltijd op onze school plaatsvinden. Leerkrachten zullen, in overleg met de behandelaar, de opdrachten van de behandelaar in de klas uitvoeren. Daarnaast krijgen de kinderen van de behandelaar thuisopdrachten mee.